Deze boterige zandkoekjes uit Bretagne zijn een lekker tussendoortje. Ideaal ook om samen met je (klein)kinderen te bakken op een regenachtige dag, want ze zijn heel makkelijk om te maken.
Bretonse zandkoekjes worden gemaakt met half zoute, Bretonse boter (beurre demi sel). Maar die vind je niet in de Nederlandse supermarkt: roomboter is hier ongezouten of gezouten. Daarom heb ik simpelweg wat zout toegevoegd aan het koekjesdeeg. Dat werkt ook.
Dit heb je nodig voor Bretonse zandkoekjes (ca. 10 stuks):
100 gr roomboter (ongezouten)
100 gr suiker
1/2 zakje bakpoeder
180 gr bloem
2 ei-gelen
1/2 tl zout
Zo maak je sablés bretons:
Verwarm de oven voor op 165 graden. Doe de boter even in de magnetron, zodat ‘ie zacht is (niet helemaal gesmolten).
Meng de boter en suiker in een kom. Doe er vervolgens de bloem, bakpoeder, zout en ei-gelen door. Kneed alle ingrediënten tot een samenhangend deeg. Steek daar rondjes uit.
Leg een vel bakpapier op een bakplaat en verdeel de deegrondjes daarover.
Bak de Bretonse koekjes in circa 15 – 17 minuten goudbruin.
