Als ik iets te vieren heb, koop ik graag een fles(je) champagne. Vooral roze champagne vind ik heel feestelijk. Als ik minder geld wil uitgeven, dan kies ik eerder voor een fles prosecco. Maar waarin zit precies het verschil? Proef je het eigenlijk wel?
Champagne
Niet alle bubbels mag je zomaar champagne noemen. Alleen de mousserende wijn die in de Franse Champagnestreek wordt gemaakt, mag het label champagne krijgen. De beroemde drank wordt gemaakt van de pinot noir, pinot meunier of chardonnay druif, en meestal is champagne een mix van deze drie.
Champagne wordt gemaakt middels de méthode champenoise, die bij toeval ontdekt zou zijn door een monnik die Dom Perignon heette en later werd verfijnd door de weduwe (veuve) Cliquot. Beide namen klinken champagnedrinkers als muziek in de oren. Het zijn namelijk nog altijd de 2 bekendste champagnehuizen.
Wat is de méthode champenoise?
Deze methode die gebruikt wordt om champagne te maken werkt als volgt: gist en suiker worden bij wijn gevoegd. Vervolgens wordt de wijn gebotteld voor een 2e gisting. De bubbels ontstaan tijdens dit proces in de fles (ook wel fermenteren genoemd) door minimaal 15 maanden ongeopend in de Franse kelder te liggen.
Doordat de champagne zo lang ligt, krijgt deze mousserende wijn de bekende volle smaak. Sommige hebben iets toffee-achtigs.
LEES OOK: 8 weetjes over champagne die je nog niet kende
Prosecco
Prosecco is de bekendste mousserende wijn uit Italiaanse wijnstreek Veneto. Lange tijd werd er een beetje neergekeken op prosecco. Maar deze lichte bubbel heeft een ware revival ondergaan en er zijn echt heerlijk droge prosecco’s te koop.
Prosecco verschilt nogal van champagne en cava. Niet alleen heeft deze wijn grotere bubbels en is-ie lichter van smaak, ook wordt prosecco anders geproduceerd. Waar champagne en cava in de fles fermenteren, gebeurt dit bij prosecco in een tank. Door deze snellere methode smaakt prosecco altijd jong, fruiting en vaak iets zoeter. Bovendien wordt prosecco maar van 1 witte druif gemaakt, namelijk de prosecco-druif. Prosecco is een ‘makkelijke’, frisse bubbel voor een vriendelijke prijs. Daarmee ideaal als een feestelijk aperitiefje.
Cava
Het Spaanse alternatief heet cava. Vaak wordt cava gemaakt met onbekendere druivensoorten als Macabeu, Parellada en Xarello; ook kan een Chardonnay- of Pinotdruif de basis zijn.
Ook al ligt de prijs van een fles cava dichtbij bubbelmaatje prosecco, lijkt-ie qua dronk en manier van produceren meer op champagne. De tweede gisting, die zo kenmerkend is voor het maken van de feestelijke bubbels, heet méthode traditionnelle (omdat buiten de Franse regio de term méthode champenoise niet gebruikt mag worden). De cava rijpt korter, namelijk 9 maanden. Vanwege het verschil in klimaat zullen de meeste cava’s wat zoeter smaken dan champagne.
Een van de redenen waarom cava goedkoper is dan champagne (los van de bekende merknaam en wereldwijde vraag die de prijs van champagne omhoog stuwt) is dat de Spanjaarden het proces deels hebben geautomatiseerd. Het draaien van de flessen tijdens de 2e gisting gebeurt door machines, en in Frankrijk doen ze dat vaak nog met de hand.
Cava is vaak lichter van smaak (want jonger). Een fris zuurtje, tonen van citrus, meloen en peer proef je als je cava drinkt.
Andere mousserende wijnen
Natuurlijk zijn er nog veel meer mousserende wijnen, zoals crémant, sekt en vonkelwijn. Bijna elk wijngebied produceert ook een bubbelvariant. Veel van deze regio’s zijn echter niet zo gebonden aan regels over druivensoorten en manier van produceren.
Wil je een feestelijke Franse champagnecocktail maken? Dat doe je zó
Bron: Food52