De lekkere tarte flambée leerde ik kennen toen ik een jaar in Straatsburg woonde. Dit gerecht komt namelijk uit de Elzas en stond in veel restaurants op de menukaart.
De klassieke versie van deze Franse plaattaart is die met spek en ui. Ik heb een snelle cheat-versie voor een luie zondag.
De spekblokjes hoef je niet eerst uit te bakken. Dat past helemaal in de cheat-versie. Over het algemeen bak ik de spekjes wel eerst (zonder olie) in een koekenpan en laat ze uitlekken op een bord met daarop twee vellen keukenpapier.
Tip: altijd verse kruiden in huis
Over deze tarte flambée strooi ik nog wat verse tijm. Een theelepel gedroogde tijm kan ook. Als ik verse kruiden koop en ik heb maar een deel daarvan nodig, dan vries ik de rest in. Ik rol, bijvoorbeeld verse tijm, in een plastic folie. Dit pakketje gaat in een grotere diepvrieszak met meerdere kruiden, waarop ik de datum van invriezen schrijf. Zo heb ik altijd wel verse oregano, tijm, rozemarijn of salie in huis. Bij koriander of peterselie vind ik het invriezen dan weer minder goed werken, want die blaadjes zijn dan te slap.
Dit heb je nodig voor de snelle flammkuchen
- 1 rol flammkuchendeeg (uit het koelvak van de supermarkt)
- 1 bakje gerookte spekblokjes (125 g)
- 1 klein bekertje crème fraîche (125 g)
- 2 middelgrote uien
- Peper
- Optioneel: wat verse of gedroogde tijm
zo maak je de snelle tarte flambée
- Verwarm de oven voor op 220 graden (boven- en onderwarmte).
- Pel de uien en snijd ze in ringen. Fruit ze in een koekenpan met een scheutje olie laag vuur.
- Ondertussen neem je een bakplaat. Daarop rol je het deeg met bakpapier uit.
- Bestrijk het deeg met crème fraîche, bestrooi met wat peper.
- Verdeel de uiringen en de spekblokjes (hoef je niet eerst uit te bakken) over het deeg.
Strooi er eventueel nog wat tijm over. - Bak de tarte flambée circa 15 minuten in de oven.
Et voilà, je hebt een borrelhapje, lunch of avondmaaltijd (lekker met een groene salade).